Hyperbare zuurstoftherapie
Genezen in een grote tank met zuivere zuurstof als ening medicijn. Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Toch staat vandaag als een paal boven water dat hyperbare zuurstoftherapie een positieve invloed heeft op tal van aandoeningen, gaande van diabetische voet tot acute doofheid. "De resultaten zijn soms ronduit spectaculair" , zegt dokter Sven van Poucke, spoedarts en specialist in de hyperbare zuurstoftherapie. Een woordje uitleg.
MOEILIJKE START "Hyperbare geneeskunde bestaat eigenlijk al vele tientallen jaren,
maar heeft een moeilijke geschiedenis gekend", zegt dokter Sven Van Poucke,
specialist in de hyperbare zuurstoftherapie. "Jarenlang was de behandeling van
duikongevallen de enige toepassing. Later werd de caisson ook gebruikt in de
hartchirurgie. Maar met de komst van de hart-longmachine is de toepassing volledig
weggevallen." |
De hyperbare kamer, ook wel caisson genoemd, ziet er vanbuiten uit
als een grote tank. Het exemplaar dat sinds 1997 de spoedgevallendienst van het UZA siert,
weegt maar liefst negen ton en biedt plaats aan twaalf patiënten.
"De sleutelwoorden bij hyperbare geneeskunde zijn zuurstof en druk", legt Sven
Van Poucke uit. "De patiënten nemen plaats in de caisson en ademen zuurstof in door
een nauw aansluitend masker. Intussen wordt de druk geleidelijk verhoogd tot 2,5 bar. Dat
is vergelijkbaar met de druk die een duiker ondervindt als hij zich 15 meter onder water
bevindt."
Als gevolg van de verhoogde druk neemt de patiënt veel meer zuurstof in
het bloed op dan bij een normale omgevingsdruk. Die extra portie zuurstof zorgt voor een
aantal positieve effecten: er worden nieuwe bloedvaten aangemaakt, infecties worden
onderdrukt en de botvorming gestimuleerd. Dat alles is op zijn beurt bevorderlijk voor de
genezing van een groot aantal aandoeningen.
Sven Van Poucke: "Vandaag zijn er een dertiental aandoeningen waarvan de medische
wereld officieel erkend dat je ze kan behandelen met hyperbare geneeskunde. De
belangrijkste toepassing is momenteel de behandeling van slecht helende wonden. In de VS
heb je tal van wound care clinics waar de hyperbare kamer een onmisbare schakel is.
Hoewel België twaalf ziekenhuizen met een hyperbaar centrum telt, is de
caissongeneeskunde in ons land nog niet volledig doorgedrongen. De behandeling van slecht
helende wonden in de caisson dateert nog maar van enkele jaren geleden, en voor een
opleiding hyperbare geneeskunde moeten Belgische artsen naar het buitenland.
TRUUKJES
In de UZA werden vorig jaar zo'n 300 patiënten in de caisson behandeld,
die samen in totaal ongeveer 3.500 sessies ondergingen.
"We organiseren minstens twee sessies per dag voor één of meerdere patiënten. Maar
soms zijn er ook vier of vijf" ,zegt Sven Van Poucke.
Een voordeel van de behandeling is dat ze zo goed als geen neveneffecten heeft. De
patiënt leert vooraf een aantal eenvoudige truukjes om zich aan te passen aan de
drukverhoging, zoals slikken, kauwen of geeuwen. Zodra de druk stabiel is, merkt hij in
het geheel geen verschil meer. Hij kan dan rustig een boek lezen of een praatje maken met
zijn buurman. Er gaat altijd een verpleegkundige mee.
Het hele gebeuren wordt altijd nauwlettend gevolg vanuit een externe controlepost. Met
behulp van camera's en monitors worden zowel de lichamelijke toestand van de patiënt als
de atmosfeer in de cabine gecontroleerd.
"Indien nodig kan zelfs een patiënt van intensieve zorgen in de caisson. Er is
plaats voor een bed en we hebben een speciale beademingsmachine", zegt Sven Van
Poucke. Het aantal sessies dat een patiënt nodig heeft, verschilt van aandoening tot
aandoening. Soms zijn één of twee sessies voldoende, soms worden het er veertig. Dat
betekend dat de patiënt twee keer per dag twee uur in de caisson doorbrengt, en dat vijf
dagen na elkaar.
CO-INTOXICATIE
Welke aandoeningen komen nu in aanmerking voor een behandeling in de caisson?
"De meest bekende toepassing is mischien wel de behandeling van CO-intoxicatie",
overloopt Sven Van Poucke. "Mensen die koolstofmonoxidevergiftiging hebben opgelopen,
hebben een relatief grote kans op blijvende restverschijnselen, zoals
concentratieproblemen en zenuwstoornissen.
Zonder behandeling krijgt zo'n veertig procent van de patiënten ermee te kampen.
Hyperbare zuurstoftherapie verkleint de kans op blijvende schade echter aanzienlijk".
De drie aandoeningen die het UZA het vaakst in de caisson behandeld worden, zijn slecht
helende wonden, oorproblemen en aantasting van het kaakbeen.
"Wat de wondverzorging betreft, behandelen we ondermeer diabetische voeten en
postoperatieve wonden. De beste resultaten behalen we met chronische geïnfecteerde wonden
die onvoldoende zuurstof krijgen en daardoor niet meer genezen. Door de hyperbare
zuurstoftherapie geneest de infectie en worden er nieuwe bloedvaten aangemaakt. Zo raken
soms wonden genezen waarmee de patiënt al jaren sukkelde", legt Sven Van Poucke uit.
DOOFHEID
Ook patiënten met acute oorproblemen ondervinden vaak baat bij hyperbare
zuurstoftherapie. Een belangrijke groep zijn de patiënten met plotse, vaan eenzijdige
doofheid.
"Die mensen lijden aan een plots verlies van de binnenoorfunctie", verduidelijkt
professor Jos Claes, adjunct-diensthoofg NKO.
"Oorzaken kunnen onder meer een virusinfectie of een slechte bloeddoorstroming zijn.
Met behulp van hyperbare zuurstoftherapie kunnen we vaak nog een deel van het gehoor
recupereren. Hoe sneller de behandeling, hoe groter de kans op succes".
KAAKBEEN
Een derde belangrijke groep zijn patiënten met een aantasting van het kaakbeen als een
gevolg van osteoradionecrose.
Osteoradionecrose treedt soms op bij kankerpatiënten die radiotherapie en een operatie
ondergaan hebben. Die combinatie zorgt voor slecht helende wonden. Maar met behulp van
hyperbare zuurstoftherapie wordt de aandoening bijna altijd volledig genezen.
Een andere toepassing die vaak spectaculaire resultaten oplevert, is de behandeling van
levensbedreigende infecties als bijvoorbeeld gasgangreen. Bij dat soort infecties zijn er
uiterst agressieve bacteriën in het spel die als het ware de weefsels oppeuzelen. Een
traditionele behandeling biedt bij die patiënten een kleine overlevingskans, terwijl een
combinatie van chirurgie, antibiotica en hyperbare zuurstoftherapie vaak wel doeltreffend
is.
Sven Van Poucke: "Niet lang geleden werd hier een surfer binnengebracht die zich in
de Oosterschelde had gestoten, met een infectie als gevolg. Na een paar uur kreeg die man
pijn in zijn benen en ontstond er gasvorming tot in zijn lies. In combinatie met zware
antibiotica en hyperbare zuurstoftherapie hebben we de patiënt vlot kunnen genezen.
Zonder die therapie was hij waarschijnlijk binnen 48 uur gestorven."
DUIKERSZIEKTE
Andere aandoeningen waarvoor de hyperbare kamer vaak met succes wordt
ingeschakeld, zijn ondermeer decompressieziekte, ook wel 'duikersziekte' genoemd,
beenderontstekingen, brandwonden en verbrijzelde ledematen.
"Hoe sneller een patiënt in de hyperbare kamer belandt, hoe groter in het algemeen
de kans op genezing", zegt Sven Van Poucke. "De periode waarin een behandeling
moet gebeuren, verschilt van aandoening tot aandoening. Sommige zaken moeten heel accuut
behandeld worden. Denk maar aan duikongevallen, CO-intoxicatie, levensbedreigende
infecties... In die gevallen is er eigenlijk geen minuut te verliezen. Met chronische
wonden ligt dat helemaal anders. Eén van onze eerste patiënten was een man die al sinds
de Tweede Wereldoorlog met zo'n wonde kampte. We hebben hem toch nog kunnen helpen.
Opmerkelijk aan hyperbare zuurstoftherapie is dat ze een oplossing biedt voor
uiteenlopende aandoeningen, die op het eerste zicht niets met elkaar te maken hebben. Maar
dat laatste is niet helemaal zo, legt Sven Van Poucke uit.
"De rode draad doorheen bijna alle toepassingen is zuurstoftekort. Weliswaar kunnen
daarvoor verschillende oorzaken zijn: slechte bloeddoorstroming, een probleem in de
longen, een tekort aan zuurstof in het bloed... Maar de kern van het probleem is meestal
hetzelfde. Als hyperbaar centrum begin je op de duur relaties te leggen tussen die
verschillende aandoeningen. Zo bouw je een zekere expertise op, wat voor de patiënt
uiteraard interessant is."
Hoewel de therapie haar nut al ruimschoots bewezen heeft, is er voor de meeste
aandoeningen geen terugbetaling door het ziekenfonds.
Alleen bij CO-intoxicatie worden de sessies terugbetaald, omdat die aandoening
levensbedreigend kan zijn. Sven Van Poucke: "Dat maakt dat we hier soms moeten
stoppen met de behandeling van een chronische wonde, omdat de patiënt de therapie niet
meer kan betalen.
Zoiets vinden we uiteraard spijtig. Het absurde aan die situatie is bovendien dat een
amputatie of de verzorging van een steeds weerkerende wonde de gezondheidszorg veel meer
kost dan tien sessies in de caisson. En dan spreken we nog niet eens over de emotionele en
financiële gevolgen voor de patiënt."